Wij legden ons oor te luisteren bij Filip Laermans, een tornooirat in hart en nieren. Om te beginnen moeten we voor de minder frequente competitiespelers misschien kort even uitleggen wat een tornooirat is. In het tennismilieu wordt met dit begrip een speler omschreven die enorm veel tornooien speelt en zodoende bijzonder veel ervaring heeft opgebouwd.
Filip, wanneer ben je begonnen met tennis?
“Tijdens mijn studententijd speelde ik in de vakantieperiodes regelmatig op een veldje van de gemeente. Dit was puur recreatief, maar daar heb ik wel de liefde voor de tennissport opgedaan. Nadien heb ik lange tijd gevoetbald, maar op mijn 35e ben ik via een kameraad opnieuw begonnen met tennis. Zo zijn we een drietal jaar vooral in de zomer vaak gaan spelen in het Sportkot te Leuven. Op mijn 38e heb ik me dan voor het eerst aangesloten bij de VTV (nu Tennis Vlaanderen, red.). Meteen ben ik tornooien beginnen spelen. Dat ging eigenlijk heel goed en tijdens mijn eerste jaar wist ik al zo’n 70% van mijn wedstrijden te winnen. De kers op de taart was het laatste tornooi van het seizoen in Tienen, na een echte marathonpartij heb ik daar mijn eerste tornooi ooit gewonnen.”
Wat spreekt je precies aan in al die tornooien?
“Vooral de competitiedrang! Dat komt nog voort uit mijn voetbalcarrière, altijd die ambitie hebben om te willen winnen. Daarnaast is het gewoon leuk om sportief bezig te zijn en ook de vele sociale contacten zijn bijzonder aangenaam.”
'Ik speel elk seizoen 120 à 150 wedstrijden'
Hoeveel tornooien speel je gemiddeld per jaar?
“Dat zijn er toch al gauw een twintigtal. Meestal speel ik ook telkens een drietal reeksen per tornooi. Als je alles samentelt zit ik elk seizoen aan 120 à 150 wedstrijden.”
Ik kan me voorstellen dat zoiets toch bijzonder veel tijd in beslag neemt, hoe krijg je dat allemaal geregeld?
“Een goede planning is het begin van alles. Wanneer ik me inschrijf probeer ik die planning dus minutieus in te vullen. Ik heb naast het tennis ook nog een gezin, dus is het belangrijk om daar een goed evenwicht in te vinden.”
Je bent intussen 49 jaar jong, nog geen last van bepaalde blessures?
“Hout vasthouden, maar dat valt eigenlijk bijzonder goed mee. Eigenlijk heb ik vooral last van enkele kleine pijntjes, van grote blessures ben ik voorlopig gespaard gebleven. Het langste dat ik ooit eens niet heb kunnen spelen is drie weken. Een goede conditie is bijzonder belangrijk in dit alles, zo speel ik in de winter nog badminton en tafeltennis en ga ik ook regelmatig lopen en fietsen.”
Zijn het vaak dezelfde mensen die je tegenkomt op tornooien?
“Wanneer je in een cirkel van een vijftiental kilometer rond je eigen club blijft is dat zeker het geval. Dat heeft ook wel zijn charme, daardoor kennen veel mensen elkaar en heerst er een bijzonder amicale sfeer. Soms ga ik ook wel eens wat verder een tornooi spelen, net om eens tegen andere mensen te kunnen spelen.”
Wat is je favoriete tornooi?
“Dat van de Bierbeekse Tennisclub uiteraard! Het is een tornooi dat nog niet zolang bestaat, maar wel al gekend staat vanwege zijn geweldige sfeer. Elke deelnemer krijgt al bij aanvang van het tornooi een mooi prijzenpakket. Bovendien is de omgeving waarin we onze wedstrijden mogen spelen en nadien kunnen genieten van een frisse pint gewoon geweldig.”
'In 2015 wonnen we de interclub om half 2 's nachts'
Je bent ondertussen een tiental jaar competitief bezig in het tennis, wat is je mooiste herinnering?
“Oh, daar moet ik niet lang over nadenken, dat is onze Vlaams-Brabantse titel in de interclub 2015. We speelden toen nog op Stade Leuven en in de reeks Heren 35/4 versloegen we in een heroïsche finale een andere ploeg van Stade Leuven. Heroïsch is echt wel het juiste woord, want die finale duurde uiteindelijk van 14h tot half 2 ‘s nachts. We haalden er zelfs de krant mee omdat het langste interclubontmoeting ooit was. Ik vind het sowieso geweldig om iets met een ploeg te kunnen realiseren. En voor mij was het extra speciaal omdat ik kapitein van die ploeg was. Veel mensen van die winnende ploeg spelen nu overigens op de Bierbeekse Tennisclub.”
Wat zijn je ambities nog voor de toekomst?
“In de eerste plaats dubbeltornooien spelen met mijn zoon. Hij is net zestien geworden en heeft de tennismicrobe ook te pakken. Daarnaast zou ik me graag verder specialiseren in het dubbel en daar nog heel wat tornooien winnen. En ik zou graag eens de dubbelmasters bij de heren bereiken, dat is me nog nooit gelukt.”
'WK-finale gemist omdat ik zelf finales moest spelen'
Heb je tot slot nog een leuke anekdote voor onze lezers?
“In 2018 moest ik op één dag vier wedstrijden spelen. In totaal heb ik die dag ongeveer acht uur bijna onafgebroken gespeeld en hierdoor heb ik de finale van het WK voetbal gemist. En dan moet je weten dat ik verder quasi alle matchen dat WK bekeken heb (lacht). Een andere leuke anekdote speelde zich een jaar later af. Op het tornooi van de Bierbeekse Tennisclub stond ik in de reeks Enkel Heren 45/2 in de halve finale tegen clubgenoot Karel. Vanwege het warmteprotocol (het was die dag bijna 40 graden) mocht er overdag niet gespeeld worden. Uiteindelijk begonnen we aan onze wedstrijd om 1h ‘s nachts. Het was toen nog altijd meer dan 30 graden en ondanks het late uur zaten er nog een twintigtal supporters naast het veld. Om 3h ‘s nachts zijn we uiteindelijk moeten stoppen omdat er een zwaar onweer over Bierbeek raasde. Uiteindelijk hebben we die wedstrijd pas de avond nadien kunnen uitspelen. Karel won, maar het blijft toch een leuke herinnering.”